Wijzigingswet Woningwet (tegengaan van bouwen op verontreinigde grond)
Wet van 14 februari 1998 tot wijziging van de Woningwet (tegengaan van bouwen op verontreinigde grond)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Woningwet zodanig te wijzigen dat de in artikel 8 aan de gemeenteraad gegeven opdracht in de bouwverordening voorschriften te geven omtrent het tegengaan van bouwen op verontreinigde grond en omtrent het overleggen van een onderzoeksrapportage naar de gesteldheid van de grond, wordt verduidelijkt, opdat meer eenheid ontstaat in die voorschriften en een goede afstemming daarvan ontstaat met de Wet bodembescherming en dat voorts enkele juridisch-technische verbeteringen worden aangebracht (tegengaan van bouwen op verontreinigde grond);
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel I
[Wijzigt de Woningwet.]
Artikel II
De bouwverordening wordt binnen zes maanden na inwerkingtreding van deze wet in overeenstemming gebracht met artikel I, onderdeel B, van deze wet.
Artikel III
1
Deze wet treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
2
Aanvragen om bouwvergunning, die zijn ingediend vóór de inwerkingtreding van deze wet, waarop de voorschriften omtrent het tegengaan van bouwen op verontreinigde grond ingevolge de Woningwet, zoals gewijzigd bij artikel I, onderdeel B, van deze wet, niet van toepassing zijn, worden afgedaan overeenkomstig de Woningwet, zoals gewijzigd bij artikel I, onderdeel B, van deze wet.
3
De in de bouwverordening gegeven voorschriften omtrent het tegengaan van bouwen op verontreinigde grond, alsmede het voorschrift een onderzoeksrapportage naar de gesteldheid van de grond over te leggen, blijven buiten toepassing op aanvragen om bouwvergunning, waarop ingevolge de Woningwet, zoals gewijzigd bij artikel I, onderdeel B, van deze wet, die voorschriften niet van toepassing zijn.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te Lech, 14 februari 1998
Beatrix
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, D. K. J. Tommel
Uitgegeven de twaalfde maart 1998
De Minister van Justitie,
w
Sorgdrager